Cambrinus
Koning van het Bier
In de Philipstockstraat ontmoeten we de koning van het bier. In een nis op de hoek van de Keersstraat heft CAMBRINUS hoog het glas. Als je even het straatje in gaat ontdek je in dezelfde zijgevel ook nog een venster met melkglas met een voorstelling van onze bierkoning.
Volgens de legende is CAMBRINUS (ook soms geschreven met een G) de verbastering van Jan Primus, hertog Jan I van Brabant, die zijn soldaten toesprak gezeten boven op een bierton. Hij leerde zijn volk drinken, want hij hield van feesten. Daarom richtte hij veel steekspeltornooien in, waar het gerstenat overvloedig stroomde. Hij is er ook aan ten onder gegaan ... aan het steekspel bedoel ik. Cambrinus wordt ook in Duitsland erkend als de bierkoning.
Het huis waar je nu vóór staat is een tijd lang (einde 19de eeuw) bekend geweest voor zijn Duitse bieren. Het was toen al dat via Duitsland de lage gistingsbieren ons land binnen drongen, en pilsner-types op de markt waren. Op de foto uit 1905 zie je duidelijk op de gevel het opschrift Löwenbrau . Een uit Mainz afkomstige Jozef Neef hield toen het café open. Het was het stamcafé van enkele Vlaamsgezinde liberalen zoals, de schrijver Julius Sabbe, componist Peter Benoit e.a.
De cafénaam veranderde regelmatig: Ancien Casino, Les Trois Suisses, Het Louvre, dan enkel restaurant als The Fox, en nu eindelijk de naam die dit etablissement waardig is : Cambrinus! Een taverne-restaurant met veel Belgische en buitenlandse bieren en sfeervol interieur.
De gevel dateert uit 1699 waarvan de top in 1885 werd herbouwd. In de boogvensters op de eerste verdieping komen afbeeldingen voor van de vier jaargetijden met hun respectievelijke goden. De lente met de godin der liefde Venus, de zomer met de godin van de landbouw Ceres, de herfst met de wijngod Bacchus en de winter met de godin van de jacht Diana. In de bovenste ramen is de zon, de maan en een vliegende duivel afgebeeld. Tussen pot en glas spant de duivel zijn net, is het bekende gezegde. Door de kerk werd dit pand als het meest heidense huis van Brugge bestempeld.
Cambrinus mag dan sedert ruim vierhonderd jaar tot de koning van het bier verheven zijn, over zijn herkomst bestaan de grootste verwarringen en de sterkste mythologische dwalingen. De Romeinse historicus Tacitus (ca 55-118) schrijft in zijn etnografische werk “Germania” een volkstam met naam Gambrivii, welke zich te goed doet aan bier. Uit dit basisdocument voor de Germaanse filologie heeft de Italiaanse humanist Johannes Annius 15 eeuwen later (1498) een Oudgermaanse vorst gefantaseerd: Gambrivius. Door een schrijffout maakte Van Vaernewijck er in 1574 Gambrinus van. Via deze intellectuele weg zou Gambrinus pas in de 19de eeuw in de studentenliederen populair worden.
Ook de Fransen dwalen als ze denken dat Cambrai de thuishaven zou zijn geweest van drinkebroer Cambrinus. Isaac Newton (1642-1727), die jaren aan de Cambridge University doceerde, ontkent de Engelse versie dat Cambrinus ooit daar op de universiteitsbanken de wijsheid in de kan gelaten heeft.
Er blijft nog één hypothese over. Jan I (1253-1294), hertog van Brabant en Lotharingen, wordt door zijn moeder Aleyde van Bourgondië naar voren geschoven, echt gepousseerd, als kandidaat voor het koningschap van het bier. Zijn latijnse naam Jan Primus zou door het bier verbasterd zijn tot GAMBRINUS.
Over nog een ander verhaal van Cambrinus en de vliegende duivel vind je in de de blog van Marc Willems. Daarvoor klik je hier!
Hieronder nog een galerij met meer foto's en uitleg over bovenstaande gegevens.
Klik op een foto om de ganse galerij in het groot te zien.